Controlekamer: Inleidend FlowExperiment

Reacties in een stromende oplossing zoals bij flowchemie verlopen anders dan in een batchopstelling.
Zo moet ermee rekening gehouden worden, dat de verschillende vloeistofstromen genoeg tijd moeten krijgen om goed met elkaar te mengen, opdat de reactie volledig kan verlopen.

In het filmpje hieronder zie je drie, overigens niet mengbare, vloeistoffen
en wat er gebeurt als je de stroomsnelheid van de verschillende vloeistoffen varieert, door een grotere tegendruk aan te brengen op één of meer van de stromen ("0" is geen extra tegendruk, "4" is extra tegendruk.
Wat gebeurt er met sneller stromende vloeistoffen t.o.v. langzamer stromende vloeistoffen?
Noteer je antwoord in je labjournaal.



In het filmpje hieronder zie je, dat als twee wel mengbare oplossingen worden gemengd, ze niet gelijk door en door zijn gemengd, wat invloed heeft op het verloop van een reactie.
Wat zou je moeten zien als de vloeistoffen volledig gemengd zouden zijn?
Noteer je antwoord in je labjournaal.



 

 

IDevice Icon Activiteit

Om zelf ervaring op te doen met wat er komt kijken bij flowchemie, gaan jullie het volgende experiment doen:

  • je gaat bekijken hoe de reactie tussen natronloog en zoutzuur verloopt in een zelfgemaakte flowchemie opstelling, zoals in de afbeelding hiernaast te zien is.
  • je gaat daarbij onderzoeken hoe variatie in flowsnelheid het verloop van de reactie beïnvloedt.


Hieronder volgt een globale omschrijving van de werkwijze. Gedetailleerdere informatie over de werkwijze vind je in de bijbehorende handleiding.

In het kort: de flowchemie-opstelling maak je m.b.v. gelatineblaadjes en een kunststof bordje met een Y-vormig profiel erop geplakt, waarmee je een gelei maakt met een Y-vormig flowkanaal, zoals in de afbeelding.
De gelei plaats je op een aluminium ondergrond en in het uiteinde van de twee korte armen en de lange arm van de Y maak je gaatjes, zodat er vloeistof in en uit kan. Vooraf plaats je in het stuk van het Y-vormige kanaal, waarin beide vloeistofstromen samenkomen, stukjes pH-indicatorpapier.
Met behulp van twee pipetjes laat je in de ene korte arm van de Y natronloog stromen, en in de andere korte arm zoutzuur. Aan de hand van de kleuren van het indicatorpapier is te zien in hoeverre de reactie verloopt.

  • je werkt in tweetallen
  • elk tweetal maakt twee flowopstellingen
  • elk tweetal test eenzelfde standaardconditie (zie de handleiding)
  • elk tweetal test 1 variatie (zie de handleiding)
  • je maakt foto's van je resultaten en bespreekt de gevonden resultaten in je labjournaal
  • elk tweetal krijgt via de docent of PALstudent het resultaat van een ander tweetal en moet achterhalen uit de resultaten wat de variatie was.


Bestudeer nu de handleiding bij het experiment.
Maak met je docent afspraken over wanneer je het experiment dient uit te voeren, met wie en welke variatie jullie moeten doen.
Voer het experiment uit.

 


Bespreek in je labjournaal de gevonden resultaten als volgt:

 

Resultaten:
• je noemt welke variaties je hebt getest
• je beschrijft met behulp van je genomen foto's kort en bondig maar nauwkeurig wat je waargenomen hebt bij de standaardconditie en de geteste variatie.
Discussie:
• je noemt de onderzoeksvraag (vanuit de onderzoeksvraag ga je de discussie over de resultaten voeren)
• je analyseert nauwkeurig de resultaten, dat wil zeggen dat je vanuit de resultaten gaat beredeneren wat de juiste conclusie op de onderzoeksvraag is (benodigde reactievergelijkingen van opgetreden reacties altijd vermelden!)
• je beredeneert welke verbeteringen aangebracht kunnen worden aan de flowopstelling.
• je geeft suggesties voor vervolgonderzoek.
Conclusie:
• in één zin beantwoord je de onderzoeksvraag.