Zoutzuur: Duurzaam?

IDevice Icon Keuzes voor een duurzame Zoutzuur productie

Hallo maar weer. Ik ga ervan uit dat je nu goed kunt rekenen aan de drie duurzaamheidsfactoren Atoomeconomie, Rendement en E-factor.

We moeten nu voor prof. Vitriool en Ir. Houtgeest uitzoeken wat de beste Zoutzuur-productiemethode voor de Virtuele Fabriek is, en naar mijn mening is de duurzaamste de beste.
Pak daarvoor even de algehele reacties van beide productiemethoden erbij. Die heb je als het goed is in je labjournaal opgeschreven en laten controleren door je docent.

Om een goed advies te kunnen geven, moeten de volgende vragen hieronder beantwoord worden.
Schrijf een advies aan prof. Vitriool en Ir. Houtgeest, waarin je de uitgewerkte antwoorden op onderstaande vragen verwerkt. Werk er samen met een mede-stagiair aan via GoogleDocs of deze site. Gebruik de tekst, die in je labjournaal staat voorgedrukt, als basisstructuur voor je advies.
Als jullie klaar zijn, kopieer het advies dan naar jullie labjournaal en zet jullie namen eronder.

 

  1. Bereken voor zowel methode A] als B] de Atoomeconomie en de E-factor, als je voor nu aanneemt dat het rendement van beide methoden 100% is. Welke methode komt er nu als duurzaamste uit?
  2. De bijproducten uit beide methoden zijn bruikbaar en kunnen verkocht worden. Ze zijn dus in werkelijkheid geen afval. Wat wordt nu de Atoomeconomie en de E-factor bij 100% rendement? Welke methode komt er dan als duurzaamste uit?
  3. Nu gaan we het rendement erbij betrekken. Bereken het rendement voor methode A]. Hier heb je nog de volgende gegevens voor nodig:
    er kan in de Virtuele Fabriek een rendement van 65% gehaald worden in de productie van chloorgas en waterstofgas. De vorming van HCl-gas uit deze twee gassen gebeurt met een rendement van 97%, en het oplossen van het gevormde HCl-gas in water heeft een rendement van 88%.
  4. Bereken het rendement van methode B]. gebruik hiervoor de gegevens die je uit het filmpje van methode B] hebt gehaald en in je labjournaal hebt genoteerd. Behalve deze gegevens heb je ook nog het volume van het geproduceerde zoutzuur nodig. Dat was 200 mL.
  5. Herbereken naar aanleiding van de rendementen opnieuw de E-factor van methode A] en B].  Neem als product alleen HCl (de rest even als afval beschouwen).
    Welke methode komt er nu als duurzaamste uit?
  6. Het rendement van een proces kan soms nog verbeterd worden, door aanpassingen te doen aan de constructie/opstelling van de hele productielijn. Voor methode A] is de constructie/opstelling al behoorlijk uitgebalanceerd. Methode B], zoals in het filmpje getoond werd, was nog lang niet geoptimaliseerd. Lees de stappen van de productiemethode B] nog eens door en bekijk het filmpje nogmaals tot aan de analyse van de molariteit van het zoutzuur. Welke twee aanpassingen zullen in ieder geval het rendement verder verhogen, als je naar het filmpje kijkt? Met hoeveel procent denk je het rendement met de aanpassingen minimaal te kunnen verhogen? Wat wordt de E-factor dan?
  7. Met behulp van de E-factor krijg je inzicht in de hoeveelheid afval per kg product, maar we hebben nog helemaal geen rekening gehouden met de veiligheids- en milieuaspecten van de bijproducten en tussenproducten die gevormd worden. Een manier is om naar de MAC-waarden te kijken. Zoek van de bij- en tussenproducten van beide methodes op in hoeverre deze milieugevaarlijk zijn. Welke methode vind je kwa milieugevaarlijkheid het duurzaamst?
  8. Zijn er nog andere aspecten behalve de hier bovengenoemde, waarvan jij vindt dat die ook meegenomen moeten worden in het besluit over welke Zoutzuur-productiemethode opgezet gaat worden in de Virtuele Fabriek? Bespreek deze beknopt.
  9. Nu alles overwegende: tot welk eindadvies kom je?